Doneren
Een bijdrage leveren aan het behoud van de kerken van de Stichting Oude Groninger Kerken? Word donateur.
DonerenDe kerk dateert uit het jaar 1840/’41, en is sinds 1973 een rijksmonument. Het is een eenvoudige zaalkerk, opgetrokken uit Groninger bakstenen. De voorgevel heeft bij de entree twee rondboogvensters en een rond raam daarboven. Op de top staat een kleine dakruiter met een achtkantige torenspits. In de dakruiter hangt een kleine luidklok die nog handmatig geluid wordt. De klok was in 1470 gegoten voor het vrouwenklooster van het Olde Convent in de stad Groningen. In 1599 werd het kloostercomplex van het Olde Convent overgedragen aan de stad Groningen waarna het de bestemming van weeshuis kreeg, het latere Rode Weeshuis. Het torentje van dat weeshuis werd door brand verwoest maar werd niet herbouwd. De klok had de brand doorstaan en kwam te koop. De Hervormde gemeente van Zuidbroek kocht de klok en schonk deze aan de nieuwe kerk in Muntendam. Deze klok (ø 51cm) werd daarvoor in 1843 hergoten door klokkengieterij van Bergen in Heiligerlee. Voordat Muntendam een eigen kerk kreeg behoorde de Hervormde gemeente namelijk bij de kerk van Zuidbroek. Vanaf het einde van de achttiende eeuw wilden de Muntendammers een eigen kerk. In 1838 werd de scheiding tussen Hervormd Muntendam en Zuidbroek per koninklijk besluit goedgekeurd. Bovendien werd een subsidie toegekend van fl. 4200,00 voor het bouwen van een kerk en pastorie. Beide gebouwen werden in 1841 in gebruik genomen. En twee jaar later dus de klok. Aan de buitenzijde van de kerk is sinds de bouwtijd nauwelijks iets veranderd. De lange zijmuren worden verdeeld door gemetselde lisenen en hebben vier rondboogvensters. Oorspronkelijk was de entree in de westelijke zijgevel maar deze ruimte kreeg later de functie van technische ruimte. In de oostelijke gevel is een nooduitgang gemaakt. In 1962 is de kerk gerestaureerd onder leiding van architect P.L.de Vrieze. Het interieur werd aan de tijd aangepast. Binnen is de kerk met houten tongewelf licht geschilderd en oogt zeer ruim door het brede middenpad en twee paden langs de zijmuren. Moderne blank gelakte mahoniehouten banken vervingen de oude banken. De zeshoekige preekstoel verhuisde van de lange kant van de kerk naar het koor. De banken voor de ambtsdragers – gemaakt van de oude banken- staan aan weerszijden van de preekstoel. Het forse orgel kreeg toen de pastelgroene kleur.